
In de biologische landbouw werken we zo natuurlijk mogelijk. Ook als het gaat om het beschermen van onze planten tegen ziektes, plagen en onkruid. Want planten beschermen, dat kán – en gebeurt – zonder chemisch-synthetische middelen.
Alleen wat de natuur toelaat
In de biolandbouw zijn gewasbeschermingsmiddelen streng gereguleerd. Alleen middelen waarvan de actieve stof van natuurlijke oorsprong is, zijn toegestaan. Denk aan plantaardige oliën, zeep of zwavel. Chemisch-synthetische stoffen zijn uitgesloten, een bewuste keuze om de impact op bodem, lucht en water zo klein mogelijk te houden.
Slimme methodes in plaats van chemie
Bioboeren doen meer dan spuiten. Ze zetten ook allerlei slimme technieken in die mét de natuur werken:
- Nuttige insecten zoals lieveheersbeestjes, die bladluizen opeten.
- Feromonen: geurstoffen die mannetjes-insecten in de war brengen, zodat ze zich niet kunnen voortplanten.
- Strobedekking of mulch om onkruid te onderdrukken.
- Wieden met de hand of machine, als dat nodig is.
Deze aanpak zorgt ervoor dat de bodem gezond blijft, het grondwater schoon blijft en de biodiversiteit op en rond het veld behouden wordt.